De doek

Piepende remmen, een klap, een dreun en glasgerinkel. Vage beelden van iets dat in de lucht vloog. Was het een fietser, een voetganger? Het is zwart voor mijn ogen. Lig ik op m’n zij of draaien mijn vier wielen in de lucht? Er rammelt en trilt nog iets na, dan is het is stil. Doodstil. Of hoor ik mezelf rochelen? En wat ruik ik een vreemde lucht. Schroeit of smelt er wat? Ben zo moe. En die pijn overal. Ik kan me niet bewegen. Hoelang ben ik hier al? Zien ze dan niet wat er gebeurd is? Komt niemand te hulp?
Er wordt aan mijn schouder getrokken. Ik laat het begaan, ik kan niet meer. Wil wat zeggen maar er komt geen geluid uit mijn keel. Dan voel ik dat iemand een doek over me heen legt.
‘Ach lieverd, je was helemaal koud’, klinkt het naast me, ‘ik heb je weer toegedekt.’

Dit bericht werd geplaatst in Non classé. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie